De eerste overgangsdatum voor de Wet Toekomst Pensioenen-1 januari 2025- komt snel dichterbij. Als consultant bij Projective Group draagt Martijn van den Bergh actief bij aan deze transitie. Strikt genomen als test manager, al reiken zijn verantwoordelijkheden verder dan dat.
Tegen 2028 moeten alle fondsen over zijn naar het nieuwe pensioenstelsel. Enkele koplopers zetten die stap al over een paar weken. ProjectiveGroup-consultant Martijn van den Bergh ziet verschillende redenen waarom zij dit al wel hebben gerealiseerd, en anderen niet.
“Ten eerste moeten het fondsbestuur en de sociale partners het eens zijn met de nieuwe reglementen die op basis van de wtp worden opgesteld. Als die discussie langer duurt dan verwacht, dan loop je al van bij het begin vertraging op,” zegt hij.
“Die nieuwe reglementen brengen ook aanpassingen in administratieve systemen met zich mee. Daarvoor moet er heel wat gebeuren, en dat komt bovenop de bestaande werkzaamheden. Dat maakt het voor kleinere fondsen wel makkelijker om die switch te maken. Bovendien hebben de AFM en de DNB gaandeweg steeds meer hun verwachtingen duidelijk gemaakt. Sommige fondsen hebben nu eenmaal meer tijd nodig dan andere om bijkomende requirements te verwerken.”
Tot slot kan het ook een bewuste keuze zijn, zegt Martijn. "Sommige fondsen kiezen ervoor om juist te wachten op andere fondsen, zodat zij ervan kunnen leren". Niemand wil natuurlijk een boete krijgen van de DNB omdat ze de zaken niet goed geregeld hebben. Zij denken: better safe than sorry, en kiezen er bewust voor om niet op 1 januari 2025 maar op een later moment over te gaan.”
Nu alle technische aanpassingen zijn doorgevoerd, komen de fondsen in de laatste fase van de livegang: de transitiecommunicatie, waarbij de deelnemers per brief worden geïnformeerd.
Je moet informatie verzamelen uit de verschillende (bron) systemen, die moet met de juiste teksten samenbrengen op een brief en of overzichten en zichtbaar zijn op de online systemen.
“Dat betekent dat allerlei afdelingen samen tot een eindresultaat moeten komen, en dat brengt ook uitdagingen met zich mee. Bij zulke projecten is het belangrijk dat iedereen dezelfde visie en aanpak heeft en weet wat ze moeten doen. Het is deels ook mijn rol om iedereen samen te brengen en ervoor te zorgen dat die informatie stroomt tussen al die verschillende teams.”
Martijn werkt voor deze projecten als test manager, maar hij doet veel meer dan dat. “Ik ben ook de man die de draaiboeken maakt, en de uitvoer coordineert ,” zegt hij. “Als een soort dirigent sta ik voor de troepen en zorg ik ervoor dat we alles hebben gedaan wat we moesten doen. Dat doe ik voor twee fondsen.”
Nu 1 januari 2025 om het hoekje komt loeren, is Martijn dag en nacht in de weer. Geen typische werkdagen voor hem dus, al blijft hij aan bepaalde gewoontes vasthouden. “Ik begin en eindig elke dag met een stand van zaken. Daarbij informeer ik de stakeholders eerlijk over waar we staan en wat we bereikt hebben,” zegt hij.
Verder bestaan zijn werkdagen voor een groot deel uit overleg. “In de ochtend heb ik defectoverleg voor de twee fondsen. Dan gaan we door de lijst van openstaande defects en kijken we wat we kunnen oppakken. In de namiddag is er dan inhoudelijk overleg, waarbij we samen rond de tafel gaan zitten om problemen op te lossen en ons voor te bereiden op komende productieruns. Tot slot hebben we ook veel overleg over content: brieven, teksten voor de website, enzovoort.”
Aangezien Martijn niet enkel de rol van test manager maar ook die van organisator op zich neemt, bestaat een groot deel van zijn dag ook uit het aansturen van mensen.
Het is heel divers. Ik ben continu met mensen bezig. Ik ben ook al bezig met het voorbereiden van het volgende stukje werk, dat over een paar weken moet worden opgeleverd. We zijn nog niet klaar met het huidige draaiboek, en ik werk al aan het volgende.
Dat de deadline nadert, betekent niet dat Martijns werk erop zit. “Na dit stukje, de initiële transitiecommunicatie die een prognose is, komt er straks ook nog de definitieve transitiecommunicatie. Ik moet nu al beginnen nadenken hoe we die informatie uit de nieuwe systemen gaan krijgen en wat daarvoor allemaal georganiseerd moet worden,” zegt hij. “We zijn ook al bezig met potloodtekeningen voor de 26- en 27-fondsen, de fondsen die per 1 januari 2026 resp. 2027 overgaan. We bouwen op de lessen die we nu leren met deze implementatie, om ervoor te zorgen dat we blijven optimaliseren.”
Die insteek trekken we door in al onze projecten bij ProjectiveGroup. “Elke organisatie heeft zijn gewoontes en werkwijzen. We gaan nooit een werkwijze opdringen aan de klant,” zegt Martijn.
We kunnen wel bouwen op onze ervaringen en van daaruit voorstellen doen voor verbetering. Zo kan ook de klant voordeel doen.
Tot slot heeft Martijn van den Bergh nog een paar tips voor wie ook graag in test management wil werken.
Interesse in een carrière als ProjectiveGroup consultant, om zelf spannende projecten in goede banen te leiden? Of nood aan een professionele partner die jouw organisatie ondersteunt bij uitdagende processen? Bij ons ben je aan het goed adres.
