LEES
Risk & Compliance

ICBE-fondsen: wees voorbereid op de transactiekosten voor PRIIP's

Datum:16 februari 2024

Sinds 1 januari 2023 moeten icbe's voldoen aan de PRIIPs-verordening. PRIIPS staat voor Packaged Retail and Insurance-based Investment Products. Sinds vorig jaar moeten icbe's al een Essentiële-informatiedocument (Eid) conform de PRIIPs-verordening verstrekken. Daarnaast moeten icbe's de impliciete transactiekosten berekenen aan de hand van aankomstprijzen. Hier moet uiterlijk op 31 december 2024 aan worden voldaan. Als je de vereisten uit de PRIIPS-verordening wilt begrijpen en hulp wilt krijgen om eraan te voldoen, kan Projective Group je waardevolle ondersteuning bieden.

Inhoudsopgave

Over de PRIIP's

De PRIIPs-verordening werd al in 2018 door de Europese Unie geïmplementeerd via (Verordening (EU) nr. 1286/2014 PRIIPs). De verordening heeft als doel de transparantie en vergelijkbaarheid van beleggingsproducten te verbeteren. De verordening vereist openbaarmaking van alle kosten en vergoedingen die verbonden zijn aan beleggingsproducten, zoals beleggingsfondsen. Het doel is om retailbeleggers te beschermen door middel van een gestandaardiseerde Essentiële-informatiedocument (Eid). Dit document helpt beleggers bij het vergelijken en begrijpen van deze beleggingsproducten en helpt hen om weloverwogen beleggingsbeslissingen te nemen. Tot januari 2023 gold er een uitzondering icbe’s, maar vanaf 1 januari 2023 moet er een Eid worden opgesteld en verstrekt in plaats van een Essentiële Beleggersinformatie (EBI). De toepasselijkheid van de PRIIPS-verordening brengt ook andere wijzigingen dan het opstellen van een Eid voor icbe’s met zich mee. 

De ontwikkeling van de PRIIPS-verordening wordt weergegeven in de onderstaande illustratie: 

Gevolgen van de regelgeving met betrekking tot de aankomstprijs

Net als MiFID II beoogt de PRIIPs-verordening volledige transparantie en vergelijkbaarheid van beleggingsproducten te bevorderen. Zo moet er transpantie komen over de kosten van beleggingsfondsen. De openbaarmaking heeft betrekking op eenmalige kosten, lopende kosten, incidentele kosten en expliciete en impliciete transactiekosten in verband met de onderliggende transacties van beleggingsfondsen. In de volgende illustratie wordt dit nader toegelicht:

Er worden twee methoden gebruikt om de impliciete transactiekosten te berekenen. De eerste methode, beschreven in de punten 12-18 van Bijlage VI van de gedelegeerde verordening (EU) 2017/653 is gebaseerd op werkelijke transactiekosten, waarbij rekening wordt gehouden met de aankomstprijs. De aankomstprijs houdt in dat het procentuele verschil tussen de middenkoers op de markt op het tijdstip van de order en de uitvoeringsprijs wordt berekend. De tweede methode, bekend als de nieuwe PRIIPs-methode wordt beschreven in de punten 21-23 van Bijlage VI gedelegeerde verordening (EU) 2021/2268. Deze methode gebruikt de halve marge (bid-ask spread) als primaire input. Deze methode geldt voor PRIIPs die minder dan 3 jaar actief zijn en die overwegend beleggen in effecten zoals omschreven in de UCITS-richtlijn.

De transactiekosten moeten jaarlijks worden berekend op basis van de transactiekosten die het PRIIP de afgelopen drie jaar heeft gemaakt. Indien het PRIIP een trackrecord van minder dan drie jaar heeft, moet de berekening van de transactiekosten de methode volgen die in de gedelegeerde verordening wordt uiteengezet. In dergelijke situaties kunnen deze kosten worden bepaald door:

  • een schatting van het verloop van de portefeuille in elke activaklasse te vermenigvuldigen met kosten op basis van de half spread-methode voor elke activaklasse.
  • een gemiddelde te nemen van de werkelijke transactiekosten (aankomstprijs) die zijn gemaakt tijdens de operationele periode en deze te combineren met een gestandaardiseerde schatting voor het resterende deel van de periode van drie jaar.

Deze berekeningsmethoden zijn nieuw voor icbe’s, aangezien zij eerder waren vrijgesteld van de Eid onder de PRIIPS-verordening en een Ebi op moesten stellen.

Volgens artikel 23b van bijlage VI van de gedelegeerde verordening (EU) 2017/653 mogen icbe’s de nieuwe PRIIPS methode nog toepassen tot eind 2024. Vanaf januari 2025 moet de methode van de werkelijke transactiekosten zoals beschreven in Bijlage VI onderdeel 12-18a van gedelegeerde verordening (EU) 2017/653 worden toegepast. De methode van werkelijke transactiekosten vereist een historiek van de aankomstprijzen over een periode van drie jaar (2022 - 2024). Dit betekent dat icbe’s ervoor moeten zorgen dat zij een adequate registratie van de aankomstprijzen hebben om deze berekeningsmethode toe te kunnen passen. Icbe’s worden daarom aangeraden om nu al te beginnen met het verzamelen van de data van aankomstprijzen.

Hoe kan Projective Group helpen?

Vanaf het verkrijgen van het handelsprofiel tot het genereren van impliciete transactiekosten vinden er verschillende processen plaats. Onderstaand overzicht geeft weer hoe een operational model eruit kan zien voor het verzamelen van data met betrekking tot de transactiekosten.

Zoals verwacht ontstaan er verschillende uitdagingen in de verschillende procedures en processen van fondsbeheerders. Beheerders van icbe’s kunnen bijvoorbeeld worstelen met het selecteren van een data provider. Er kunnen vragen zijn over wanneer welke transactiekostenmethode toegepast kan worden. Daarnaast is het cruciaal om te beoordelen of het huidige operationeel model voldoet aan de regelgeving.

Projective Group biedt ondersteuning op verschillende gebieden en helpt je om deze uitdagingen effectief aan te gaan. Neem gerust contact met ons op.