LEES
Risk & Compliance Nieuws

PRIIPs en MiFID II: over rendement en kosten vanuit het perspectief van de retail-belegger

Datum:29 december 2020

Particuliere beleggers ontvangen verschillende soorten informatie als zij willen beleggen in een financieel instrument. Sommige soorten informatie moet de beleggingsonderneming verplicht aan de belegger verstrekken, terwijl andere informatie vrijwillig wordt gegeven. Hoewel deze vrijwillig verstrekte informatie niet is voorgeschreven door de wet, moet de informatie wel aan bepaalde eisen voldoen. De vereisten omtrent het verstrekken van informatie staat echter verspreid over verschillende wetten, en deze wetten zijn niet eenduidig.


In het artikel ''PRIIPS en MIFID II: over rendement en kosten vanuit het perspectief van de retailbelegger'', gepubliceerd in het maartnummer van 'Financial Law in Practice', geeft consultant Esther Mennens samen met Randy Pattiselanno een overzicht van de verschillende legal vereisten waaraan bekendgemaakte informatie moet voldoen. Ze kijken ook kritisch naar de inconsistenties die het gevolg zijn van de gefragmenteerde regelgeving. Hieronder vindt u een samenvatting van het artikel.


Informatie over prestaties in het verleden

Voor beleggers kan het interessant zijn om de prestaties van financiële instrumenten in het verleden te zien. Voor beleggingsfondsen is deze informatie te vinden in de Essentiële Beleggingsinformatie ('KIID'). De KIID moet worden opgesteld door een beleggingsfondsbeheerder in het kader van UCITS. Vaak verstrekken beleggingsondernemingen echter zelf ook informatie over de in het verleden behaalde resultaten van een beleggingsfonds of ander financieel instrument. Als ze dit doen, hoeven ze niet te voldoen aan UCITS, maar aan de regel uit MiFID II. Helaas is de manier waarop in het verleden behaalde resultaten moeten worden gepresenteerd onder UCITS en MiFID II niet hetzelfde. Als gevolg daarvan kan een belegger verschillende resultaten uit het verleden voor hetzelfde beleggingsfonds te zien krijgen, zonder dat de verschillen worden uitgelegd. Dit kan tot verwarring leiden.


Informatie over toekomstige prestaties

Naast informatie over in het verleden behaalde resultaten, zal een belegger ook geïnteresseerd zijn in potentiële toekomstige rendementen. Beleggers kunnen deze informatie voor alle PRIIP-producten vinden in het essentiële-informatiedocument ('EID'). Ontwikkelaars van PRIIP's zijn verplicht dit document op te stellen als het product wordt verkocht aan kleine beleggers.

De PRIIPS-verordening schrijft exact voor welke scenario’s opgenomen moeten worden en hoe de waardes berekend moeten worden. Voor de meeste producten geldt dat er gekeken moet worden naar de cijfers van de laatste vijf jaar. Ook hier stellen beleggingsondernemingen vaak zelf prestatiescenario’s op. Deze moeten voldoen aan de eisen uit MiFID II. De eisen geven veel vrijheid om het aantal scenario’s en de manier waarop de cijfers worden berekend te bepalen. Echter geeft MiFID II wel aan dat er terughoudend moet worden omgegaan met het gebruik van cijfers uit het verleden om toekomstige resultaten te berekenen. Het vreemde is dat de PRIIPs ontwikkelaar juist cijfers uit het verleden moet gebruiken. Hierdoor is het heel goed mogelijk dat de klant voor hetzelfde producten verschillende toekomstige potentiële rendementen voorgespiegeld krijgt. Dit is uiteraard niet wenselijk.


Informatie over kosten

Ten slotte wil een particuliere belegger uiteraard weten wat de kosten van een belegging zijn. Zowel MiFID II als de PRIIPs-verordening vereisen dat de klant inzicht in de kosten krijgt. Bij MiFID II gaat het om zowel de kosten van de dienstverlening als de kosten van de beleggingsproducten, terwijl het bij PRIIPs logischerwijs alleen om de kosten van het product gaat. In theorie zou dit geen problemen moeten opleveren. De productkosten die in het EID worden weergegeven zouden immers één op één overgenomen kunnen worden door de beleggingsonderneming om de productkosten onder MiFID II te laten zien. Echter, bepaalde kosten die PRIIPs ziet als productkosten, worden door de AFM als kosten van dienstverlening gezien. Als de kosten uit de EID één op één worden overgenomen bestaat de kans dat de klant bepaalde kosten dubbel ziet, terwijl deze niet dubbel in rekening wordt gebracht. Ten slotte is de presentatie van het effect dat de kosten op het rendement hebben onder PRIIPs en MIFID II verschillend. Ook dit kan vragen oproepen bij de belegger.


Meer weten?

Je kunt het hele artikel bekijken via de knop hieronder.

Wil je weten of al je informatie voldoet aan de eisen van legal ? Onze legal consultants helpt je graag verder. Neem vrijblijvend contact met ons op.