Op 30 oktober 2024 publiceerden de ESA's hun derde rapport over vrijwillige PAI-rapportage. De bevindingen zijn gebaseerd op enquetes ingevuld door nationale toezichthouders van lidstaten. Het doel van de enquête was om input te verzamelen over de huidige stand van vrijwillige PAI-verklaringen op entiteits- en productniveau.
Net als voorgaande jaren behandelt het 2024-rapport de verklaringen van financiële marktdeelnemers ("FMP's") die ervoor kiezen om uit te leggen waarom ze geen rekening houden met de negatieve effecten van investeringsbeslissingen op duurzaamheidsfactoren, evenals de verklaringen met betrekking tot PAI-overwegingen voor financiële producten. Nieuw in het 2024-rapport is de evaluatie van de PAI-indicatoren op basis van Bijlage I van de Gedelegeerde Verordening SFDR , ook wel Bijlage I genoemd.
In dit artikel behandelen we de good en bad practices die door de ESA's zijn geïdentificeerd in hun jaarlijks rapport over vrijwillige PAI-rapportering.
De ESA’s openen met een positieve noot door te erkennen dat er verbetering is in de vrijwillige rapportages over entiteiten en producten ten opzichte van eerdere rapporten.
Daarnaast is er positieve vooruitgang geboekt op verschillende onderdelen in vergelijking met voorgaande jaren op het gebied van de locatie van de rapportages en de kwaliteit van de verstrekte informatie. Ook zijn aanzienlijke verbeteringen vastgesteld in de product-PAI-rapportages, hoewel het aandeel producten dat PAI-informatie openbaar maakt nog steeds relatief laag is.
De ESA's merken verder op dat zij met dit onderzoek de nationale toezichthouders aanmoedigen om in gesprek te gaan met FMD’s die niet volledig of slechts gedeeltelijk voldoen aan de regels.
Ondanks de geboekte winst zien de ESA’s ook ruimte voor verbetering. Zo is in de toelichting op het niet overwegen van PAI’s (do-not-consider-statement), meestal gerelateerd aan een gebrek aan middelen en data, zonder indicatie of doelstelling wanneer de FMD de PAI-indicatoren wel gaat meewegen.
Of dat FMD's duurzaamheidsrisico's mengen met SFDR-rapportages of deze rapportages voor marketingdoeleinden gebruiken. Daarnaast merken de ESA’s op dat wanneer een FMD een entiteitsbrede PAI-verklaring openbaar maakt, het waarschijnlijker is dat zij ook PAI-informatie versterkt op productniveau.
Hoewel er dus aanzienlijke verbeteringen zijn in de kwaliteit van de PAI-verklaringen, zijn er nog steeds veel FMD’s die niet (volledig) voldoen aan de wettelijke verwachtingen die gesteld worden aan de (negatieve) PAI-verklaring. Hieronder worden de good en bad practices samengevat:
Algemeen
Er is een aanzienlijke verbetering in de locatie van de rapportages, die nu zichtbaarder en eenvoudiger te vinden zijn dan in voorgaande jaren. Over het algemeen waren alle nationale toezichthouders het erover eens dat de informatie prominent te vinden moet zijn in een aparte duurzaamheidssectie op de website, met een duidelijke verwijzing naar de SFDR of duurzaamheidsgerelateerde rapportages.
Good practice
Partijen die directe links op hun website bieden naar duidelijke secties, zoals ‘Duurzaamheidsgerelateerde rapportages’ of ‘SFDR’.
Bad practice
Een bad practice is dat informatie alleen te vinden is via de zoekfunctie van de website, met zeer kleine lettertypen of opgenomen in secties die geen direct verband houden met duurzaamheidsrapportages.
Good practice
De PAI-verklaring is over het algemeen in overeenstemming met het SFDR-kader. Good practices omvatten een inleidende paragraaf voor de PAI-tabel en begrijpelijke teksten met de juiste juridische verwijzingen.
Bad practice
Slecht practices zijn onder andere het gebruik van afkortingen voor PAI-indicatoren, onduidelijke uitleg (zoals een "ESG Commitment score" zonder verdere toelichting) en het rapporteren van resultaten zonder de gebruikte meetmethode of formule aan te geven.
De informatie over de sectoren lijkt over het algemeen compleet. De trend is ook dat grotere UCITS- en AIF-beheerders de informatie vaak uitgebreider verstrekken. De ESA’s merken op dat er vaak twee elementen ontbreken:
Good practice
Een good practice is dat PAI-verklaringen duidelijk de methoden voor het verzamelen en verwerken van gegevens beschrijven en aangeven of er gegevens ontbreken.
Bad practice
Een bad practice is wanneer PAI-verklaringen algemeen van aard zijn, verouderd, verwijzen naar de onbeschikbaarheid van ESG-gegevens, of opt-in PAI's verstrekken die niet relevant zijn.
Algemeen
De meerderheid van de nationale toezichthouders gaf aan dat 'niet-naleving' meestal het gevolg is van misverstanden over de SFDR Gedelegeerde Verordening. Sommige toezichthouders willen contact opnemen met FMD’s om hun verwachtingen over de naleving van Annex I te verduidelijken. Dit betekent dat de AFM vragen kan stellen over de wijze waarop u de PAI-verklaring heeft opgesteld.
Good practice
Een goede praktijk is dat partijen alle verplichte en optionele indicatoren voor de gebruiken. Geef ook duidelijk de publicatiedatum en de datum van eventuele updates weer.
Bad practice
Sommige kleinere partijen geven aan het template in zijn geheel niet te gebruiken, omdat het ‘niet past bij hun activiteiten’. De ESA's herinneren aan dat alle verplichte indicatoren moeten worden vermeld, ook als ze niet passen bij de bedrijfsactiviteiten. Daarnaast moeten de veldnamen het format van de SFDR RTS volgen, mogen er geen extra kolommen worden toegevoegd en mogen er geen wijzigingen aan het template worden aangebracht.
Algemeen
De kwaliteit van de verklaringen kan worden verbeterd, maar er zijn duidelijke verbeteringen ten opzichte van 2023. De meeste verslagen in de vermogensbeheersector worden als compliant beschouwd, terwijl de kwaliteit in de verzekeringssector varieert afhankelijk van de grootte van het bedrijf. In de banksector werden lage scores waargenomen vanwege het gebrek aan openbaarmakingen van PAI-verklaringen.
Good practice
Good practices omvatten transparantie over de datadekking en een duidelijk overzicht voor beleggers, waardoor het makkelijker te begrijpen is waar de cijfers vandaan komen en hoe de FMD’s tot hun conclusies is gekomen.
Bad practice
Veelvoorkomende bad practices zijn fouten in de berekening van PAI-indicatoren, onvolledige strategieën, onduidelijke engagement beleidstukken en ontbrekende historische vergelijkingen of publicatiedata.
Algemeen
De algemene feedback van de ESA's was dat de informatie over de genomen acties, en vooral over de mijlpalen en de aard van de acties, verbeterd kan worden. In sommige lidstaten heeft geen enkele FMD in de steekproef van de nationale toezichthouder op de juiste manier gerapporteerd over de genomen en geplande acties, of over de doelstellingen voor de volgende referentieperiode.
Good practice
Good practices omvatten het verstrekken van kwantitatieve/numerieke gegevens die door de portfolio-ondernemingen moeten worden behaald of nageleefd. Dit maakt het mogelijk om de voortgang van de ESG-doelen te meten en jaar over jaar te vergelijken.
Bad practice
Een bad practice is het gebruik van algemene toekomstgerichte uitspraken die geen kwantificeerbare doelen voor de volgende perioden bevatten, waardoor prestaties niet geverifieerd kunnen worden.
We sluiten dit artikel af met een schematisch overzicht waarin alle good en bad practices zijn weergegeven.
Good practices | Bad practices & gevallen van non-compliance | |
Website | FMD’s die een aparte, gemakkelijk navigeerbare sectie op de website van de entiteit aanbieden voor de SFDR PAI-rapportages. | FMD’s die geen gemakkelijk toegankelijke weg bieden om PAI-rapportages te vinden op de homepage van hun website. Rapportages geplaatst in minder intuïtieve secties van de website van de entiteit, alleen te vinden via een Google-zoekopdracht, gecombineerd met andere documenten, of moeilijk te vinden zonder zoekfunctie. |
FMD’s die directe links op hun website bieden naar duidelijke secties, zoals ‘Duurzaamheidsgerelateerde rapportages’ of ‘SFDR’. | FMD’s die informatie verstrekken in de specifieke sectie voor een product, terwijl dit eigenlijk betrekking heeft op entiteitsinformatie. | |
Duidelijkheid van rapportages | FMD’s die informatie op een duidelijke, eenvoudige manier presenteren met een gestructureerd format, wat helpt om de PAI-rapportages te begrijpen. | FMD’s die informatie op een vage en onduidelijke manier verstrekken, vooral wanneer PAI’s niet in overweging worden genomen, met ambiguïteiten die het voor beleggers moeilijk maken om de volledige context en implicaties van de rapportages te begrijpen. |
FMD’s die vertalingen aanbieden en websites in meerdere talen beschikbaar stellen, wat de toegankelijkheid vergroot. | FMD’s die in een zeer technische manier rapporteren met complexe taal, wat de begrijpelijkheid voor beleggers belemmert | |
FMD’s die de informatie segmenteren en classificeren volgens de vereisten van de SFDR, zodat de belangrijkste punten direct duidelijk en makkelijk te begrijpen zijn. | Verwijzingen naar andere secties van de website zonder de relevante links te geven, misbruik van namen voor rapportages, titels en websitedelen (bijv. over NACE-codes). | |
Volledigheid van de rapportages | FMD’s die alle gevraagde informatie rapporteren, inclusief de indicatoren uit Tabel 1, 2 en 3 van Annex I RTS. | FMD’s die geen rapportage verstrekken over alle indicatoren uit Tabel 1 en opt-in indicatoren uit Tabel 2 en 3 RTS. |
FMD’s die PAI-verklaringen verstrekken met alle verplichte milieu- en sociale indicatoren, inclusief de numerieke gegevens in de 'Impact'-kolom. | FMD’s die extra kolommen toevoegen die niet vereist zijn door de templates of indicatoren openbaar maken die niet relevant zijn). | |
Goede kwaliteit van antwoorden op open vragen. | FMD’s die nalaten de genomen acties, geplande acties en gestelde doelen voor de volgende referentieperiode te vermelden. | |
Compliance met Annex I RTS | Gebruik van meer dan één opt-in indicator uit Tabel 2 en uit Tabel 3 (Annex I RTS) wanneer dit wordt gerechtvaardigd op basis van de onderliggende beleggingen.. | FMD’s die aangeven dat ze het template niet kunnen gebruiken omdat het niet geschikt is voor hun activiteiten. |
FMD’s die de entiteits-openbaarmakingen publiceren en alle PAI-indicatoren opnemen volgens Tabel 1 Annex I RTS. | FMD’s die extra kolommen toevoegen of Tabel 1 van Bijlage I van de SFDR Gedelegeerde Verordening wijzigen. | |
Kwaliteit van het PAI-statement | FMD’s die gedetailleerde PAI-verklaringen verstrekken met gedetailleerde en uitgebreide informatie. | FMD’s die marketing- en wettelijke informatie samenvoegen, waardoor de helderheid afneemt. |
FMD’s die uitgebreide uitleg geven in hun PAI-verklaringen. | FMD’s die geen duidelijke gegevens verstrekken over de genomen acties, doordat ze generieke verklaringen gebruiken. | |
Het onderscheid duidelijk maken en de genomen acties voor elke indicator specificeren. | FMD’s die alleen een waarde/getal vermelden onder de "metrics" kolom voor elke PAI-indicator zonder verdere uitleg over de methodologie, interpretatie of redenering. | |
Kwantificering van de genomen acties | FMD’s die gedetailleerde, specifieke kwantificering van acties met betrekking tot PAI-rapportages opnemen. | Algemene toekomstgerichte uitspraken doen met vage beschrijvingen zonder specifieke kwantificering van acties. |
Duidelijke beschrijving van specifieke acties die al zijn ondernomen of toekomstige plannen voor acties of initiatieven. | Beschrijvingen die te algemeen en formalistisch zijn en die niet noodzakelijkerwijs betrekking hebben op de betreffende PAI-indicator. | |
Compliance met de deadline van 30 juni | Hoog nalevingspercentage met de deadline. | FMD's die PAI-verklaringen te laat publiceren na de deadline (non-compliance). |
Duidelijk de publicatiedatum van de informatie en de datum van eventuele updates vermelden. | FMD's die niet voldoen aan de publicatiedatum van hun verklaring. | |
Paris alignment en engagement beleid | Verplichting tot de decarbonisatie van investeringen door middel van een tussentijdse doelstelling van decarbonisatie, bijv. minimaal -25% tegen 2025. | Algemene verwijzingen naar de afstemming met de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs in het beleid voor de integratie van duurzaamheidsrisico’s in het besluitvormingsproces voor investeringen. |
Beschrijving van het aandeel van de portefeuille dat wordt gebruikt om de verbintenis tot afstemming met de Overeenkomst van Parijs te waarborgen, bijv. het openbaar maken van informatie over de huidige afstemming van de investeringen door het huidige aandeel van het beheerd vermogen (AuM) dat in lijn is met de doelstellingen te rapporteren. | Methodologie voor het meten van de naleving van of afstemming met internationale standaarden wordt niet openbaar gemaakt. | |
Openbaarmaking van het aantal ondernomen engagementacties en het aantal bedrijven dat werd aangesproken, inclusief hun geografische en sectorale verdeling, informatie over de uitgebrachte stemmen en de onderwerpen waarop de engagementbeleidsmaatregelen zich richten. | Geen details over de middelen die zijn toegewezen voor de uitvoering van het engagementbeleid, en geen openbaarmaking van de doelstellingen. | |
Beschrijving van het escalatiebeleid en het verstrekken van de lijst met criteria. | Verklaring dat er geen engagementbeleid nodig is omdat het niet vereist is voor het bereiken van de investeringsdoelstellingen van het financiële product. |
Heb je vragen naar aanleiding van bovenstaande informatie? Of kun je ondersteuning gebruiken bij het voldoen aan ESG-regelgeving, zoals de SFDR? We vertellen je graag meer over ESG-regelgeving voor de financiële sector en de impact ervan op jouw organisatie. Neem gerust contact met ons op.